Volgens Piers Thynne, production director bij het team van McLaren, push je de limiet niet als de ontwikkeling van de bolide makkelijk gaat. Dat stelt hij in gesprek met Formula1.com. Thynne verwijst daarmee indirect naar de challenges waar McLaren mee te maken kreeg bij het bouwen van hun nieuwe bolide.
Veel teams zullen komend seizoen met vrijwel dezelfde bolide als die van 2020 aan de start verschijnen. Dat geldt echter niet voor het team van McLaren. De Britse renstal heeft namelijk een overstap gemaakt op het gebied van motoren. Het team is nu geen klantenteam meer van Renault maar van Mercedes. Dat betekent dat het team haar bolide aan moest passen om de Mercedes-motor te kunnen herbergen.
"Waar alle andere teams het grootste deel van hun bolide van vorig jaar meenemen naar komend jaar, geldt dat niet voor ons", stelt Thynne. "Onze overstap naar de Mercedes Power Unit heeft een hoop veranderingen teweeggebracht. In wezen hebben we een compleet nieuwe auto gebouwd. Het aantal nieuwe onderdelen op de MCL35M is ongeveer hetzelfde als toen we de MCL35 (de 2020-bolide red.) bouwden."
'Niet agressief genoeg zijn'
Het aanpassen van de bolide was een beste challenge voor het team. Volgens Thynne is dat echter niet per se iets negatiefs. "Als je geen problemen tegenkomt, ben je waarschijnlijk gewoon niet agressief genoeg", constateert hij. "Als alles makkelijk en duidelijk is, betekent dat meestal dat je performance verliest omdat je de limiet niet genoeg opzoekt."
Lees ook: McLaren laat Mercedes-motor voor het eerst ronken
Lees ook: Starttijden Grands Prix aangepast
Lees ook: ‘Met Ricciardo zetten we goede stappen richting topteams’