Lewis Hamilton was tijdens zijn Formule 1-carrière niet altijd even gelukkig. De Brit omschrijft dat zijn leven alleen uit racen bestond.
Lewis Hamilton maakte in 2007 zijn debuut in de Formule 1 bij het team van McLaren. In zijn eerste jaar kon de Brit direct strijden om het kampioenschap. In zijn tweede jaar in de koningsklasse van de autosport wist Hamilton zijn eerste titel te pakken. In de jaren die volgden kon hij ieder jaar strijden om de podiumplaatsen. Tot op heden stond de Mercedes-coureur ieder seizoen wel een keer op het podium. Met zijn zeven wereldtitels behoort hij tot de meest succesvolle Formule 1-coureur aller tijden. Toch was de Brit niet altijd even gelukkig in de sport.
Foto: Mercedes AMG F1
Alleen maar racen
“Toen ik mijn debuut maakte in de Formule 1 werd ik wakker, ging ik trainen en daarna racen. Ik deed niets anders. Er was ook geen ruimte om iets anders te doen. Ik realiseerde mij dat alleen maar werken mij niet vrolijker maakte. Je moet een balans vinden, ik kwam erachter dat ik eigenlijk best ongelukkig was.” Dat liet de zevenvoudig-wereldkampioen weten in een interview met GQ Magazine. “Ik miste wat. Dat snapte ik niet want ik had mijn droom bereikt, rijden in de Formule 1. Ik was waar ik altijd wilde zijn, vechtend voor het kampioenschap. Toch was het niet echt leuk. Er is zoveel te doen naast het racen maar je hebt bijna geen tijd om dat te ontdekken.”
Lees ook: Formule 1 maakt kalender voor 2025 bekend
Lees ook: Esteban Ocon: "In Japan langzamer dan verwacht"
Lees ook: Toto Wolff over opvolger Hamilton: "Hij is zeker een sterke kanshebber"
