Sergio Pérez maakt er geen geheim van dat hij meer moeite heeft zich aan te passen aan de auto van Red Bull Racing dan hij van tevoren had gedacht. Dat laat de Mexicaan weten in het interview met Motorsport.com. Voor Pérez voelt het net of hij in een andere autocategorie is gestapt.
Het is nog niet het seizoen waar Pérez op gehoopt had bij Red Bull Racing. De Mexicaan heeft moeite om meteen snel te kunnen zijn in de RB16B, waardoor er veel tijd verloren gaat om in een goed ritme te komen. Zo voelt het voor de 31-jarige alsof hij in een nieuwe categorie aan het rijden is, omdat de filosofie van Red Bull Racing heel anders is dan hij gewend is.
"Net of je in een nieuwe categorie rijdt"
"De manier waarop je de rondetijd in deze auto haalt, de manier hoe je met een coureur aan het vechten bent als je in vuile lucht rijdt is vergeleken met wat ik gewend heel anders", vertelt Pérez. “Dus het is gewoon een andere wereld. Het is net of je in een nieuwe categorie rijdt. Dit is een enorme kans voor mij, maar ik weet ook dat ik met een andere filosofie te maken heb.”
"Ik moet me erg aanpassen aan de auto"
Volgens Pérez heeft de bolide van Red Bull Racing een erg kleine window waarin het op zijn best is om mee te rijden. Hij moet zich daarom erg aanpassen aan de auto om het beste eruit te halen.
“De auto van Red Bull heeft een klein window waarin de auto werkt”, gaat Pérez verder. “Het is erg belangrijk om daarin te blijven anders voelt de auto misschien wat comfortabeler aan, maar dat is hij niet snel genoeg. Dus ik moet mij erg aanpassen aan de auto. Ik kom er wel want ik merk dat ik al flinke stappen heb gezet dit seizoen. We gaan er komen en zullen dan heel sterk zijn”, besluit Pérez.
Pérez stond tijdens de Grand Prix op Imola op de eerste startrij en wist in Azerbeidzjan zijn eerste overwinning voor Red Bull Racing te scoren. De Red Bull-coureur staat met 104 punten vijfde in het wereldkampioenschap.
Lees ook: Red Bull vreest voor nieuwe motor Pérez
Lees ook: Pérez: “In België duidelijkheid over toekomst Red Bull"
Lees ook: Christian Horner: “We komen vechtend terug"
