De jonkies hebben de macht gegrepen op de eerste dag van de MotoGP van Italië. Op het circuit van Mugello noteerde Pecco Bagnaia (Pramac Ducati) met 1.46.732 de snelste tijd, op de voet gevolgd door Fabio Quartararo (Petronas Yamaha). Danilo Petrucci (Mission Winnow Ducati) is op de derde plaats niet alleen de oudste en meest ervaren coureur op de voorlopige eerste rij, maar ook de eerste fabrieksrijder.
Minstens zo verrassend is de voorlopige vierde tijd voor Red Bull KTM-rijder Pol Espargaro en de voorlopige elfde tijd voor Andrea Dovizioso (Ducati), de nummer 2 in de race vorig jaar en vooraf een van de grote favorieten.
Bagnaia maakte dit jaar als wereldkampioen in de Moto2 de overstap naar de MotoGP. In de lichtere klassen stond de Italiaan één keer op het podium in Mugello: in 2016 in de Moto3 werd hij derde op een van de mooiste circuits van het seizoen. In de eerste vijf GP’s op de Pramac Ducati was zijn beste kwalificatie tiende (Jerez) en zijn beste resultaat negende (Austin).
Fabio Quartararo, nu tweede, maakte een aanzienlijk betere start van zijn rookie-seizoen mee, met poleposition in Jerez. In de race streed de jonge Fransman in de top 3 toen hij met een mechanisch probleem moest opgeven.
Valentino Rossi, publiekslieveling in Mugello, mentor van Bagnaia en merkgenoot van Quartararo, kwam op de eerste dag niet verder dan de achttiende tijd. Jorge Lorenzo, vorig jaar winnaar op de Ducati, moest zich met de Repsol Honda tevreden stellen met de twintigste tijd. Zijn teamgenoot Marc Marquez noteerde de zesde tijd.
