Het jaar 2018 moest voor de Fransen het jaar van de eerste podiumplaatsen worden. Ook zou de subtopper het beter willen doen dan de zesde plaats het jaar daarvoor. In die laatste missie is het Franse fabrieksteam uit Enstone geslaagd, maar of dat nu aan Renault zelf te danken is?
Een tweetal vragen beklijven na de laatste race van het seizoen. Was Renault dit seizoen nou zo goed of was Williams nou zo slecht? En wat als Force India na de Hongaarse Grand Prix niet omgedoopt was tot Racing Point en al haar punten had moeten inleveren? Nee, Renault mag dan met 122 punten ‘best of the rest’ zijn, de vierde plek in het constructeurskampioenschap had evengoed een vijfde of zelfs zesde kunnen zijn.
Toegegeven; de punten van Force India en Racing Point samen komen met 111 niet boven die van Renault uit. Ook was er geen team dat dit jaar slechter voor de dag kwam dan Williams. Toch presteerde de ooit zo trotse Britse renstal iets waar het Franse team alleen nog maar van kan dromen. Het behaalde namelijk als enige van de teams buiten de top drie een podiumplek dit seizoen.
Aansluiting
Bij het ereschavot kwam de geel-zwarte brigade van Cyril Abiteboul in 21 races geen moment in de buurt. De vijfde plek die Nico Hülkenberg tijdens de Duitse Grand Prix behaalde en Carlos Sainz tijdens de Grand Prix van Azerbeidzjan werd na de zomerstop door geen van beiden meer geëvenaard. Daarmee was van een gehoopte aansluiting bij de top drie dus geen sprake in 2018.
Sterker nog; was het gat naar de nummer drie voor de zomerstop met 141 punten al veel te groot, aan het einde van 2018 zwol deze achterstand zelfs aan tot meer dan het dubbele. Uiteindelijk scheidden 297 punten het Franse team van het Oostenrijkse Red Bull Racing. Renault zelf scoorde 29 punten meer dan het team van Haas, dat uiteindelijk als vijfde eindigde in het constructeurskampioenschap.
Uitvalbeurten
En er leken aan het begin van het seizoen nog wel lichtpuntjes te zijn. Renault leek er ogenschijnlijk in geslaagd een motor te ontwikkelen die betrouwbaarder was dan zijn voorganger. Echter, Hülkenberg scoorde voor de zomerstop al drie DNF’s en zou na de zomerstop nog viermaal langs de kant staan. Met zeven uitvalbeurten wist hij alleen Daniel Ricciardo van Red Bull nog boven zich als grootste pechvogel van 2018. Carlos Sainz verdeelde zijn uitvalbeurten wat dat betreft beter; één voor en één na de zomerstop.
Slechts zeven keer wisten de beide Renaults gezamenlijk in de punten te finishen, dat is amper een derde van het totaal aantal races. Het hoogste aantal punten dat beide coureurs tijdens een Grand Prix weekeinde scoorden was tijdens de Grand Prix van de Verenigde Staten toen Hülkenberg en Sainz respectievelijk als zesde en zevende finishten, goed voor 14 punten.
Maar liefst viermaal verliet het team een circuit zonder een enkel punt te scoren. Tweemaal een vijfde plaats, zesmaal een zesde plaats en viermaal een zevende plaats is de verzameling hoogste finishes die het team behaalde dit jaar. Geen statistieken die passen bij een team dat de ambitie heeft uitgesproken zich in de strijd om de podiumplaatsen te mengen na twee jaar van opbouw.
De vertrekkend president Jerome Stoll kon bij zijn afscheid dan ook niets anders dan het team van Renault dezelfde missie mee te geven, namelijk podiumplaatsen behalen. Wellicht is het beter wanneer het team zich eerst op de betrouwbaarheid richt.
