Sinds gisteren heet bocht 10 op Motorland Aragon de Curva Marc Marquez. De enige andere actieve coureur die de eer te beurt viel om nog tijdens zijn carrière een bocht naar zich vernoemd te krijgen, is Jorge Lorenzo (bocht 13 van het circuit in Jerez). Op de eerste dag van de MotoGP van Aragon maakte Marquez de eervolle vernoeming waar, door in de tweede vrije training de snelste tijd van de dag te rijden.
De regerend wereldkampioen voelt zich thuis op het circuit in het voormalige koninkrijk Aragon, nu een van de zeventien autonome regio's van Spanje. In de vorige vijf keren dat hij er als MotoGP-coureur reed, won hij drie keer. Toch zag het er in de ochtendsessie nog niet helemaal naar uit dat Marquez ook nu weer bovenaan zou staan. Met de zesde tijd moest hij zijn meerderen erkennen in vier Ducati-rijders (respectievelijk Dovizioso, Petrucci, Miller en Lorenzo) en een Yamaha-coureur (Viñales).
“Niks aan de hand”, liet hij weten. “Even zoeken naar de juiste afstelling en wat dingetjes uitproberen.” Op het aanzienlijk warmere asfalt in de brandende middagzon (met 43 graden Celsius maar liefst 17 graden warmer dan ’s ochtends) hadden veel coureurs moeite om een snellere tijd neer te zetten, en bleek de Honda toch het beste uit de verf te komen.
https://twitter.com/i/status/1043111461831225344
Zeker toen Marquez – tegen zijn gewoonte in – aan het eind van de training een wat zachtere band liet monteren om een 'time attack' te wagen. De tijd die daaruit voortkwam: 1.47,382. Ook Honda-rijders Cal Crutchlow (vierde) en Dani Pedrosa (zevende) deden het 's middags beter dan 's ochtends. Danilo Petrucci en Jack Miller - 's ochtends nog 2 en 3 - hadden op hun Ducati's aanzienlijk meer moeite. Miller kukelde zelfs uit de top 10.
Te warm voor Yamaha
Dat Yamaha vooral onder warme omstandigheden moeite heeft, werd ook in Spanje weer duidelijk. In de eerste training kon Maverick Viñales nog de vierde tijd rijden, ’s middags wist hij slechts op het laatste moment en met grote inspanning een plekje in de top 10 veilig te stellen. Valentino Rossi stond met nog maar een minuut te gaan vijftiende, maar wist zich te verbeteren tot de negende plaats.
Inmiddels is duidelijk dat het probleem van Yamaha hoofdzakelijk in de constructie van de motor zit. Door de constructie van met name de krukassen komt er teveel vermogen tegelijk op de achterband, die daardoor de neiging heeft te gaan spinnen en grip te verliezen. Als het asfalt warmer is, en in lange bochten waarin de machine relatief lang schuin ligt (zoals in Aragon) of juist op stop-and-go-circuits waar hard moet worden geaccelereerd (zoals de Red Bull Ring in Oostenrijk), slijt het rubber nog sneller en gaat de machine glijden. Dat probleem is slechts gedeeltelijk op te vangen door de elektronica en de rijstijl van de coureur.
Ducati en Honda maken gebruik van een V4, het Yamaha-motorblok is een vier-in-lijn. Op de vraag of Yamaha dan volgend jaar ook met een V4 moet komen, antwoordde Valentino Rossi resoluut met ‘nee’. “Want dat is slechts een deel van het probleem en met een V4 heeft Yamaha te weinig ervaring. Dat kost te veel tijd om goed werkend te krijgen in combinatie met het rijwielgedeelte. Ons rijwielgedeelte is het beste van allemaal en de basis van een vier-in-lijn is niet verkeerd, dus moeten we daar het beste compromis in vinden.”
