Franco Morbidelli leek in de Moto2-race van de GP van Tsjechië tamelijk onbedreigd op weg naar weer een podium, om zo zijn leidende positie in het kampioenschap te verstevigen. Dat Mattia Pasini aan de leiding reed, was voor Morbidelli nauwelijks van belang. Zijn grootste concurrent, Tom Luthi, reed rond de zevende, achtste plaats. Maar toen begon het te regenen. In de zevende ronde zo hard dat de race werd afgevlagd. Een sprintrace van zes rondes was wat er overbleef en in die race waren de rollen omgekeerd.
In die zes rondes was niets meer zoals het in de eerste race van zeven rondes was: Pasini ging onderuit, Morbidelli had een bedroevend slechte start en Luthi schoot als een kanonskogel naar voren om de wedstrijd op zijn naam te schrijven. Morbidelli had al moeite genoeg om nog in de top 10 te finishen. Met de achtste plaats verdiende hij slechts 8 punten, terwijl Luthi er 25 bijschreef. De marge slonk van 34 punten naar 17 en het kampioenschap ligt ineens weer wagenwijd open.
