Interview Olav Mol: 'Gewoon praten, niet bang zijn'

Gewoon_praten_niet_bang_zijn_Olav_Mol

Wie in Nederland Formule 1 kijkt, kan niet om zijn stem heen. F1-commentator Olav Mol (54) draait een kwart eeuw mee in de koningsklasse van de autosport. Op de circuits was hij getuige van het debuut van Jos en Max Verstappen, de zeven wereldtitels van Michael Schumacher, maar zag hij ook de fatale ongevallen van Ayrton Senna en Jules Bianchi. Mol heeft zijn belevenissen uit de F1-wereld op papier gezet, wat resulteerde in zijn boek ‘Olav Mol, een leven met Formule 1’.

Zelden is de geboren Bloemendaler die tegenwoordig in het Spaanse Calpe woont nog in Nederland. Toevallig nu de Formule 1 tussen twee races inzit, is hij weer even terug in zijn geboorteland. In zijn vaste Van der Valk-hotel bij het brugrestaurant langs de A4 neemt hij een slok van z’n cappuccino. 

Het is deze omgeving waar het voor de commentator allemaal is begonnen. Met zijn goede vriend Gaston Starreveld, nu bekend van de Postcodeloterij en het beroemde ‘gooeedenavond!’ was hij in zijn middelbare schooltijd in te huren om als DJ in de regio-Haarlem discoshows te verzorgen.

Het was voor het duo een kleine stap om van de discoshows naar de lokale radio te gaan. Starreveld en Mol kregen een eigen radioprogramma op piratenzender ’Mon Ami Radio’ ,,Een naam waarvan je achteraf kunt denken dat het een zender was voor de herenliefde, maar dat hadden we toen niet in de gaten. Omdat de piratenzenders te pas en te onpas uit de lucht werden gehaald bevond de studio zich in een caravan. In het veld voor de caravan, stond de zender. Wanneer er een controleur aankwam om de zender te peilen, konden wij snel de caravan op onze trekhaak zetten en wegrijden. Dan hadden ze wel onze zender, maar niet onze studio.”

Wie Mol hoort praten, zal meteen begrijpen waarom hij als commentator bij de televisie werkt. Gooi er een kwartje in en hij praat voor een rijksdaalder. Of dat nou over de Formule 1 gaat, of zijn anekdotes over zijn begintijd als DJ.

,,Van daaruit zijn mijn eerste contacten met Circuit Park Zandvoort gelegd. Wanneer er een raceweekend was, belden wij met de circuitbaas om alvast voor te beschouwen.”

Mol liet de piratenstations achter zich en werd speaker op het circuit. De hele dag was hij aan het praten tegen de soms wel tienduizenden bezoekers in de duinen. Op school al merkte de commentator dat hem dat goed afging. Anders dan veel van zijn klasgenootjes vond hij het leuk om een spreekbeurt te houden. Zenuwen? Die kende hij niet. ,,Mensen informeren, gewoon praten en vooral niet bang zijn. Dat is het belangrijkste.”

Eenmaal als speaker op Zandvoort viel hij op en werd hij gevraagd om namens de NOS de Grand Prix van Monaco te verslaan. Mol voelde zich als een vis in het water, maar had wel bedenkingen bij het schakelprogramma van Studio Sport. ,,Er werd continue geswitcht tussen atletiek, wielrennen en autosport. Naar mijn idee werkt zoiets niet. Een wielerfanaat zit niet te wachten op autosport en andersom ook niet.”

Het duurde niet lang voordat de uitzendrechten werden verkocht aan de commerciële zenders. Mol ging al die jaren mee met zijn geliefde sport. Vaak vermaakte hij zich kostelijk in het commentaarhokje naast de baan, maar af en toe was het ook moeilijk. Bijvoorbeeld tijdens het dodelijke ongeval van Ayrton Senna in 1994 in San Marino. Op de vrijdag van dat weekend crashte Rubens Barrichello tijdens de vrije trainingen. Hij kwam er met een gebroken neus vanaf. Op zaterdag ging de Oostenrijker Roland Ratzenberger vol de muur in. Hij overleefde de klap niet. En op zondag was daar de legendarische Ayrton Senna, die uit het niets snoeihard de vangrail invloog. ‘Mijn god, wat gebeurt hier allemaal!?’, schreeuwde Mol tijdens die crash door de microfoon. 

De nasleep van het ongeval werd, anders dan tegenwoordig zou gebeuren, vol in beeld gebracht. Een uur lang moest Mol commentaar geven van een schouwspel waarbij Senna aan het vechten was voor z’n leven. ,,Je hoefde geen dokter te zijn om te zien dat het helemaal mis was. Op een gegeven moment moesten we er tussenuit voor de reclame. Ik heb toen tegen Hilversum gezegd ‘die is dood, maar dat kan ik niet roepen’. Aan alles voelde je dat het niet meer goed zou komen. ”

Het was een van de weinige momenten dat Mol met een brok in zijn keel commentaar aan het geven was. Ruim twintig jaar later gebeurde het opnieuw dat hij live op televisie overmand werd door emoties. Ditmaal waren het tranen van vreugde toen Max Verstappen op 15 mei van dit jaar zijn eerste Grand Prix-overwinning boekte. ‘Dat ik dit als commentator meemaak, je lult niet meer’, zei Mol tegen de één miljoen kijkers die Verstappen zagen winnen. ‘Yo hé, yo ho, yo fucking ho wat bizar’, vervolgt Mol die in extase is, als Verstappen als eerste de finish passeert. ,,Eigenlijk kan je zoiets live op televisie niet zeggen. Maar op dat moment zijn dat m’n eigen gedachten. Ik ga zitten, ik vertel en ik vreet me in de wedstrijd. Ook al heeft me dat wel eens een waarschuwing van de FOM, de toezichthouder van de Formule 1 opgeleverd; ik zal het altijd op deze manier blijven doen.”


Dit artikel is afgelopen zaterdag gepubliceerd in het Haarlems Dagblad

Stel je vraag

Heb je een vraag voor Olav Mol? Stel hem dan hier!
Vraag insturen

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Aanmelden