F1 Fan Column: Eddie Irvine

images_Formule1_2015_Irvine2

We schrijven 1999. De Noord-Ier Eddie Irvine gaat zijn vierde seizoen in bij het team van Ferrari. De dan 33-jarige Irvine heeft veertien podia op zijn conto, waarvan slechts drie tweede plaatsen. Hij is veroordeeld tot het ondersteunen van kopman Michael Schumacher. Daar heeft hij eind 1995, toen hij het contract bij de Scuderia voor zijn neus kreeg, voor getekend. Maar het laatste jaar van het vorige millennium heeft hele andere plannen met de underdog.

Tijdens de eerste krachtmeting in Albert Park in Melbourne omzeilt Irvine alle obstakels en weet hij, met wat geluk, zijn eerste overwinning te boeken. De onverslaanbaar geachte McLarens moeten beiden opgeven en collega Schumacher komt nooit in het stuk voor. Concurrentie krijgt hij in de persoon van Heinz-Harald Frentzen en Ralf Schumacher, maar Eddie weet zijn F399 makkelijk vooraan te houden.

Met een tweede plek in Monaco, P3 in Montréal en wederom een tweede finishplaats in Silverstone staat Irvine na acht races op een gedeelde tweede plaats in het kampioenschap. Hij heeft evenveel punten als Schumacher en kijkt tegen een achterstand van acht stuks ten opzichte van Mika Häkkinen aan. Maar belangrijker: Schumacher maakt in de openingsronde een zware crash, terwijl de race al is stilgelegd wegens een staanblijver. Irvine ziet het voor zich gebeuren: de rode bolide produceert een grote remwolk, maar het baat niet voldoende om de wagen met nummer drie uit de bandenstapel te houden.

Schumacher breekt zijn been op twee plaatsen en is uitgeschakeld voor de titelstrijd, zoveel is duidelijk. Irvine staat er na die paar prima resultaten goed voor in de titelstrijd en Ferrari heeft eigenlijk geen andere keus dan de Noord-Ier te ondersteunen. Zo krijgt de eeuwige understudy in de zomer van 1999 een plotselinge promotie bij het team waarvoor hij altijd de tweede rijder was.

Mijn voorkeur voor Eddie Irvine gaat terug tot in 1993. Het was Eddie Jordan die de, tot dan toe vrij onbekende, coureur liet debuteren in de Grand Prix van Japan, op Suzuka. Bekend terrein voor Irvine, aangezien hij al jaren in Japan rondreed. De Noord-Ier was een alleskunner: won races in de Internationale en de Japanse F3000, belandde op het podium van Le Mans en werd derde in Macau. Irvine was inmiddels al 27, toen hij gevraagd werd voor zijn F1-debuut.

Dat debuut was legendarisch. Irvine werd zesde, wat in die tijd goed was voor één WK-punt. De Noord-Ier haalde echter wel de woede van de grote Ayrton Senna op zijn hals door zich pardoes te 'unlappen', toen hij vond dat hij sneller was dan Senna, tot meerdere malen toe bijna crashend. Het was die vechtlust die mij deed interesseren. Irvine mocht aanblijven, reed ook in Adelaide en kreeg een contract voor 1994.

Irvine was een koelbloedige gek: hij had een doel voor ogen en alles wat dat doel in de weg zat moest wijken. Zo veroorzaakte Irvine de zware crash in Interlagos, waarbij de debuterende Jos Verstappen een salto maakte. Irvine werd geschorst voor drie wedstrijden, maar kwam beter dan tevoren terug. Met een punt in Spanje en een vierde plaats op Jerez was zijn naam definitief gevestigd.

Toen Irvine bij Ferrari tekende, in plaats van Jordan-teamgenoot Rubens Barrichello (wat iedereen verwachtte) wist ik niet goed wat ik ervan moest vinden. Schumacher, die hard op weg was naar zijn tweede titel, had net getekend en we wisten van het voorgaande jaar hoe de Duitser een team naar zijn hand kon zetten. In de eerste drie seizoenen moest Eddie ook gehoorzamen: op meerdere momenten cijferde de Noord-Ier zich weg in het belang van Schumacher.

Na de beenbreuk van 'Der Meister' werd alles anders. Irvine won de eerste twee races waarin Schumi afwezig was (waaronder de GP van Duitsland) en scoorde belangrijke punten voor het kampioenschap. In de eerste race van Schumachers comeback (hij reed naar een sublieme pole, dat moet worden gezegd) was het de Duitser die zijn plek moest afstaan, waardoor Eddie de race won en aan de leiding ging in het WK. Er was nog één race te gaan.

Terug naar waar het allemaal begon: op Suzuka, bij uitstek dé baan waar Eddie Irvine zijn kampioenschap moest halen. Häkkinen, zijn naaste rivaal én regerend kampioen, moest vier punten goedmaken. Irvine had het echter niet helemaal voor elkaar in dat weekend: op zaterdag maakte hij een harde klap in de banden, op zondag kwam hij er niet aan te pas. Häkkinen won, en daarmee was het kampioenschap al gedaan. Irvine zou met een tweede plek gelijk kunnen komen in punten, maar dan werd Mika kampioen omwille van zeges. Irvine werd derde en verloor zo zijn enige kans om Formule 1-kampioen te worden.

Irvine had genoeg gezien bij Ferrari, verlengde zijn contract niet en vertrok naar het tot Jaguar omgedoopte team van Sir Jackie Stewart. Een foute keus, zo bleek later: waar de witte bolides in 1999 ijzersterk voor de dag kwamen wisten de groene wagens in het jaar 2000 niet veel uit te richten. Irvine bleef tot en met 2002, stond nog twee keer op het podium en verdween via de achterdeur. Eddie Irvine is zakenman, puissant rijk en woonachtig in Miami. Hij zal over twee weken Abraham zien, als hij zijn vijftigste verjaardag mag vieren. Bedankt Eddie, voor die mooie herinneringen.

Stel je vraag

Heb je een vraag voor Olav Mol? Stel hem dan hier!
Vraag insturen

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Aanmelden