Jorge Lorenzo heeft met zijn derde overwinning op rij laten zien dat hij momenteel de sterkste coureur in de MotoGP is. Op het kolkende circuit van Mugello versloeg de Spaanse Yamaha-rijder Andrea Iannone en Valentino Rossi voor hun eigen publiek. Voor regerend wereldkampioen Marc Marquez was de Italiaanse Grand Prix één groot drama, die eindigde in de grindbak.
Nadat Marquez zaterdag zijn kwalificatie verprutste, moest hij starten vanaf de dertiende plaats op de grid. Die achterstand maakt de Spanjaard echter in één ronde goed, door op te stomen naar de vierde plaats. Het kostte hem vervolgens niet veel tijd om aan te sluiten bij Jorge Lorenzo, die meteen in de eerste bocht al de leiding had gegrepen. Zodra Lorenzo in de gaten kreeg dat Marquez hem op de hielen zat – dat kreeg hij door van zijn team via het pitbord – zette hij er de sokken in. Ronde na ronde wist Lorenzo het gaatje uit te bouwen, tot een seconde of 7.
“De baan was minder snel dan de afgelopen dagen en ook mijn tempo was lager, maar in elk geval nog sneller dan die van de anderen,” analyseerde Lorenzo, wiens topsnelheid van 339 kilometer toch zo’n 10 kilometer lager was dan die van de man op plaats 2, Iannone. Lorenzo bewees andermaal dat topsnelheid lang niet alles zegt. Per ronde was Lorenzo gemiddeld een halve seconde sneller dan de Ducatirijder.
Terwijl Lorenzo stoïcijns aan zijn voorsprong werkte, had Marquez zijn handen vol aan Andrea Iannone, Andrea Dovizioso (later met technische problemen uitgevallen) en de aanstormende Valentino Rossi. Die laatste Italiaan had tot schrik van zijn tienduizenden landgenoten op de tribunes een slechte start gemaakt, maar gaandeweg knokte hij zich een weg naar voren. “Een paar laatste aanpassingen aan de motor pakten slecht uit en ik had een heel moeilijke beginfase,” vertelde The Doctor achteraf. “Ik had een paar momenten waarop het maar net goed ging (video).
Ik had er zelf al geen vertrouwen meer in dat ik op het podium zou kunnen komen, maar terwijl het bij mij langzaam beter ging, ging het bij de anderen langzaam slechter en kon ik toch dichterbij komen.” De derde plaats voor Rossi leidde tot de ene uitbarsting na de andere op de tribunes van Mugello en duizenden in het geel uitgedoste supporters stroomden na de finish richting het podium om hun held toe te juichen, ook al had die niet gewonnen.
Rossi’s constatering dat het bij de anderen lastiger werd, klopte in elk geval wat Marquez betrof. In bocht 3, Poggio Secco, schoof zijn voorwiel weg en eindigde de opmars van de Honda-coureur in de grindbak. “Ik reed op de limiet. Ik moest wel,” verklaarde Marquez. “Al na vier ronden werd de grip van de voorband minder. Als je dan op de limiet rijdt, kan dit gebeuren.” Door zijn val zakte de titelverdediger naar de vijfde plaats in het kampioenschap, 49 punten achter Valentino Rossi die zijn teamgenoot Jorge Lorenzo tot op 6 punten zag naderen. “De achterstand begint aardig op te lopen,” wist Marquez. “Maar Honda werkt hard aan een oplossing voor onze problemen en met vereende krachten proberen we het gevoel te verbeteren voor de tweede helft van het seizoen.”
Zover is het nog niet; met race 6 achter de rug is het seizoen pas op een derde. Valentino Rossi en Jorge Lorenzo schrijven Marquez nog lang niet af. “Wij zijn nu het team in vorm, met drie overwinningen voor mij en twee voor Valentino,” sprak Lorenzo. “Natuurlijk doen wij er alles aan om aan de leiding te blijven. Ik heb nu drie zeges op rij en mijn doel is de vierde, over twee weken in Barcelona. Maar het seizoen is nog zo lang...”
,,Marquez is Marquez,’’ stelde Rossi. ,,Hij is tot onmogelijke dingen in staat en het tij kan snel keren. Ik had in de race zo veel problemen dat ik geen kans dacht te maken om op het podium te komen en dat is toch gelukt. Als Marc in de race van een dertiende plaats kan terug komen naar de tweede, waarom zou hij dat in het kampioenschap dan niet kunnen?’’
Moto3: Zes man binnen een halve seconde
Het was al voorspeld dat de Moto3-race een slipstreamfestival zou worden, met een grote groep rijders dicht bij elkaar. De verwachtingen werden meer dan waargemaakt op het spectaculaire circuit van Mugello. De eerste zes rijders eindigden binnen een halve seconde en op amper 5 seconden achter winnaar Miguel Oliveira was een finishfoto nodig om de plaatsen 13 en 14 te bepalen.
Slechts een paar keer brak de lange sliert motoren in een paar groepjes, maar de gaatjes die vielen werden steeds heel snel dichtgereden. Doordat het allemaal zo dicht bij elkaar zat, wisselden posities voortdurend. Zo kon het gebeuren dat coureurs het ene moment nog rond de vijftiende plaats reden en een ronde later aan de leiding gingen. Of andersom. Echt alles was mogelijk in de even hectische als spannende race. Halverwege de voorlaatste ronde van de wedstrijd was de top 10: Oliveira – Fenati – Hanika – Bagnaia – Bastianini – Kornfeil – Antonelli – Vazquez – Kent – Masbou. Ruim 2 minuten laten aan de finish was dat: Oliveira (nr 44) – Kent (nr 52) – Fenati (nr 5) – Bagnaia – Bastianini – Antonelli – Navarro – Viñales – Masbou – Binder. Het verschil tussen Oliveira en Brad Binder (in de beginfase van de wedstrijd nog bijna een ronde aan de leiding) bedroeg 2 seconden.
Door de winst van Oliveira klonk voor het eerst in de Grand Prix-historie het Portugese volkslied. De KTM-coureur was tot tranen geroerd. Voor de race had hij nog gezegd niet als eerste de laatste bocht in de willen, in de wetenschap dat de anderen dan kunnen profiteren van de slipstream op het lange rechte stuk naar de finish. Toch ging Oliveira als eerste de laatste bocht in. “Ik had geen andere keus,” zei hij. “Maar van de vorige ronden wist ik dat het mogelijk moest zijn om mijn positie vast te houden. En dat lukte inderdaad.”
5 seconden na Oliveira kwamen Andrea Locatelli en Livio Loi zij aan zij over de streep. Aanvankelijk werd de Belg in dienst van het Nederlandse RW Racing GP als dertiende geklasseerd, maar na het bekijken van de finishfoto corrigeerde de wedstrijdleiding die uitslag. Locatelli (onder op de foto) bleek zijn voorwiel toch 0,001 eerder over de streep te hebben geduwd dan Loi.
Moto2: Eerste zege van het jaar voor Rabat
Regerend wereldkampioen Tito Rabat (foto) heeft zijn eerste overwinning van het seizoen 2015 mogen noteren. De Spanjaard was samen met klassementsleider Johann Zarco ontsnapt uit de greep van de groep. Die groep was aardig uitgedund na vroege valpartijen van Tom Luthi – de winnaar van de race in Le Mans – en Mika Kallio en even later ook Simone Corsi en Jonas Folger. Corsi nam in zijn val bijna de Brit Sam Lowes mee, die was gestart vanaf pole position, maar door die touché met Corsi terugviel naar de negende plaats. Uiteindelijk zou Lowes als vierde eindigen, achter de Zwitser Dominique Aegerter. Luis Salom, een paar jaar geleden nog rijdend voor RW Racing GP, pakte met de vijfde plaats zijn beste resultaat in dit seizoen tot nu toe.
Rabat was vanzelfsprekend blij met de overwinning in zijn 150ste Grand Prix. De wereldkampioen kende een moeilijk begin van het jaar, maar begint nu langzaam maar zeker in te lopen op Zarco. De Fransman zag zijn voorsprong slinken tot 31 punten.
